Dagboek

In 1930 werd een notulenboek aangelegd door de toenmalige secretaris. Onderstaand een greep hieruit…

Op 6 april 1930 werd besloten om aan de volgende schutters- feesten deel te nemen; op 4 mei in Spaubeek, op 11 mei te Nijswiller, op 25 mei in Limbricht, op 1 juni te Stein, op 8 juni te Visé (B), op 9 juni te Wijlre, op 15 juni te Epen, op 29 juni in Doenrade en tenslotte op 13 juli in Obbicht (Totaal 9 uittredens). 

Op 21 april 1930 werd dhr. A.W. Packbier jr. Koning van de schutterij.

Op 4 mei werden in Spaubeek 5 prijzen gewonnen nl. 1e prijs voor defilé, 2e prijs houding in de optocht, de beste tamboer, mooiste generaal en een prijs bij de schieten (wegens het invallen van de duisternis moest de prijs door 5 man gedeeld worden). 

Na 2 verregende zondagen werd op 25 mei deelgenomen aan het schuttersfeest in Limbricht. Hier werden 10 prijzen gewonnen n.l. 1e prijs voor optocht, defilé, exercitie, commandant, mooiste generaal, beste tamboer, beste tamboer-majoor, een 2e prijs voor het schieten. erekruis beste schutter en een medaille voor de verst komende vereniging.

Op 8 juni was de schutterij in Visé (B). Hier werd de schutterij bekroond met de gouden medaille voor de beste houding en het beste defilé in de optocht. Deze prijs werd geschonken door de commandant, de generaal van de Vesting Luick. Ook kreeg de vereniging de medaille (eveneens in goud) voor het mooiste uniform. Een 6e prijs (na loting) was er in de categorie “artistieke vaandels”. Deze dag in Visé zal menig lid nog lang in zijn geheugen bewaren.

Keizer 1930

De volgende dag – 9 juni 1930 – was de schutterij present in Wijlre om te kampen op een Limburgs schuttersfeest, alwaar de schutterij gelauwerd huiswaarts keerde.

Op 15 juni werd ’s morgens de processie in de Laanderstraat opgeluisterd, ’s middags was de schutterij in Epen. Ofschoon de concurrentie zwaar was, waren er ook hier wederom prijzen voor de schutterij.

Op 29 juni werd deelgenomen aan het schuttersfeest in Doenrade. Hier werd drie maal een eerste prijs en eenmaal een tweede prijs behaald.

Op 6 juli was een schuttersfeest in Vaals. Hier werd een goede dag gemaakt, maar door de jury – die onder de invloed verkeerde van de drank – was er geen rechtspraak meer meester.

Op 27 juli was te Nuth het internationale schuttersfeest van schutterij St. Bavo. Ondanks flinke belangstelling en concurrentie wist de schutterij de volgende prijzen te bemachtigen: 1e prijs voor de houding en het defilé in de optocht, mooiste generaal, meest gewapende leden, mooiste koning en beste tamboer. 

Op 2 augustus was de viering van 450 jaar bestaan van de schutterij met 101 kanonschoten.

Op 3 augustus was om 6.00 uur reveille, om 10 uur de kerkgang, tussen 12.00 uur en 13.00 uur de receptie. Aan de optocht namen 30 schutterijen deel en na het defilé trok men naar de feestweide aan de Geleenhof. Er werd gesproken door de edelgestrenge heer Koster, lid van de Eerste Kamer. De rekening van het kamerschieten ad fl.50,00 werd te hoog bevonden en de speldjes en de vlaggetjes die te laat voor het feest gekomen zijn zullen ook niet worden betaald.

Onderstaande informatie komt uit het zelfde jaar waar het dagboek over spreekt.

Stadsschutterij St. Sebastianus Heerlen in 1930

Bron: Warsage.nl
Toen Ferd van Wersch bij de Schutterij St. Sebastianus kwam is niet meer te achterhalen. Maar dat hij tussen 1930 en 1955 actief was, is duidelijk aanwijsbaar. Ferd was geen schutter. Hij liep niet in het prachtige kostuum van de Schutterij; hij was de voorzitter van de Commissie van Bijstand, ook wel Comité van Bijstand. Deze club binnen de Schutterij hield zich bezig met het organiseren van evenementen.

Hij trad in een oude familietraditie. Zijn vader Willem en oom Leonard waren ook al lid van de Schutterij geweest. In de notulen van de vergadering van 1870 valt te lezen: Op heden, 6 juni 1870 is goedgekeurd door de Raad van het Broeder S. Bastian dat Leonard van Wersch het buffet heeft aangenomen in de wijde hetwelk plaats heeft op den 20 juni 1870 voor een som van 100 Francken hierbij verplicht zig zijn broeder Willem van Wersch tot borg. Ook Freds broer August, die zijn winkel op de Bongerd had, was als jongeman van 19 jaar hoornblazer bij de Schutterij geweest.

450 jaar
In augustus 1930 bestond de Schutterij St. Sebastianus uit Heerlen 450 jaar. In eerste instantie werd gedacht dat dat 350 jaar was. De Koninklijke Schutterij stelde in een vergadering een comité voor de regeling der feesten aan die die feestelijkheden zouden moeten leiden. Voorzitter werd Ferd van Wersch (Stationsstraat), secretaris werd Frans Ubben (Tempsplein) en de penningmeester werd Joh. van Geffen. Deze laatste twee heren zaten ook in de in 1929 opgerichte Vereniging voor Vreemdelingenverkeer. Geffen was hier de voorzitter. H. Lintjens, zwager van Ferd van Wersch, zat ook in dat bestuur.

De andere leden van het feestcomité waren H. Hennen als ondervoorzitter, H. Lambermont, Arn. Penners en H.H.A. Tummers als leden. Op de eerste vergadering zei Ferd van Wersch dat onderzoek van de Heerlense archivaris Peters had uitgewezen dat de schutterij geen 350 jaar maar 450 jaar bestond. Er klonk luid gejuich.

Vliegbomsport Tent

Op 16 juni 1930 schreven voorzitter Ferd van Wersch en secretaris F.A.H. Ubben van het Dagelijksch Bestuur van het Comité voor de regeling der feesten een brief aan de gemeente Heerlen waarin zij om een subsidie vroegen om een groot feest te organiseren. Een maand later, op 21 juli 1930 schreven zij opnieuw een brief aan de burgemeester van Heerlen waarin zij een vergunning aanvroegen voor het plaatsen van een kinderdraaimolen en een vliegbomsport-tentje (zie foto) op het terrein van de Geleenhof, ter gelegenheid van het 450-jarig bestaan van de Schutterij St. Sebastianus. Dat de Geleenhof werd uitgekozen was een logische keuze: die lag helemaal vrij, had grote weilanden en was, begin 20e eeuw, eigendom geweest van baron de Loë. Ook deze de Loë was eind 19e eeuw lid van de Schutterij geweest. In 1930 kocht de Oranje-Nassau Mijnen de Geleenhof. De vergunning werd verkregen. Maar er waren meer plannen.

Op 25 juli 1930 vroeg de heer Meenz een vergunning aan voor het plaatsen van cijfers 1480-1930 in gasverlichting op het dak van het schutterslokaal aan het Wilhelminaplein. Tevens wordt beleefd verzocht om reductie op het gasverbruik op Zondag 3 en 10 augustus, terwijl dezelfde verlichting en versiering zal blijven tot de a.s. Oranjefeesten. Hij voegde een tekening toe van het pand met daarop de verlichting en versiering. En schreef erbij: In massale cijfers de jaartallen op de goot te plaatsen en met gas te verlichten zg. flikkerlicht. In de boogjes onder de goten groene knoppen aan te brengen en hierin telkens een fel licht elektrische lamp. Tusschen de ramen de 2e verdieping 50 cm breed oranje gespannen doeken aan te brengen recht op den gevel.(…) Wanneer ’t geld ’t toelaat kan ter weerszijde van de in de gevel aangebrachte leeuw een grote S worden aangebracht die ’s avonds wordt verlicht. Het Limburgs Dagblad schreef dat de wijze waarop het bovenste gedeelte van de gevel elektrisch verlicht zal worden, in Nederland nog niet gebruikt. Een z.g. sfeerverlichting zal worden aangebracht, sterk 6000 kaars, zodat ’t Emmaplein in ’n zee van licht gebracht zal worden. Verder ontbreekt natuurlijk niet de versiering met bloemen en vlaggen, die het geheel een kleurig uiterlijk geven. Tevens zullen nog twee elektrisch verlichte S (St. Sebastianus) aangebracht worden.

Op 28 juli 1930 antwoordden de Gemeentebedrijven Heerlen aan B&W dat er geen bezwaar was. En stellen wij Uw College voor de gasafname te berekenen à 5 cent per m3. Het ging niet door zoals op de rechterfoto te zien is.

Hotel De Gouden Leeuw aan het Wilhelminaplein was het verenigingslokaal van de Schutterij. De eigenaar was Huub de Bie, die later, in september 1949, keizer van de schutterij werd. Het gebouw bestaat nog steeds en is tegenwoordig restaurant Turquoise, nog steeds gevestigd op nummer 7. Ferd van Wersch had zijn etalage aan de Stationsstraat in Heerlen ingericht met prijzen, medailles, zilveren bekers, fleurige schilderijen, schoorsteenvazen, artistieke kleerenhangers e.d. want dat waren de te winnen prijzen bij de diverse wedstrijden die in het kader van het 450-jarig bestaan gehouden werden. Het Limburgs Dagblad noemde hem de onvermoeide werker.

Het werd een groot feest verspreid over drie dagen. Er was een groot internationaal concours voor trom- en fluit korpsen, schietwedstrijden met geweren en kruisbogen en er was een bloemencorso. Iedereen verzamelde zich bij het hotel waar Van Wersch de menigte toesprak en onder meer zei: Ik spreek de hoop uit dat dit feest de saamhorigheid bij de leden van de verenigingen versterkt zal. Uiteraard bedankte hij na afloop alle mensen die er aan meegewerkt hadden.

Er kwam in juli 1930 een herdenkingsboek en officieel programma der inhuldigingsfeesten ter gelegenheid van het 450- jarig bestaan van de Koninklijke Schutterij St. Sebastianus Heerlen. Hierin schreef Ferd van Wersch:

Zondag 3 en 10 augustus.
Aan Bestuur, Officieren en Manschappen van de Schutterij St. Sebastianus Heerlen. Bij het herdenken van het 450-jarig bestaan Uwer Schutterij roep ik U, tevens in naam van de Feestcommissie, van harte een “Lang zal zij leven” toe. Als rasechte Heerlenaar heb ik natuurlijk een warm hart voor onze oudste vereniging, een erfschap zonder vaarden, dat wij met een zeker piëteit gevoel in ere moeten houden. Ik herinner me nog levendig de dagen mijner jeugd, toen onze schutterij een tijdperk van ongekende bloei beleefde. Bij kermissen en feesten was zij de toonaangevende vereniging. Maar helaas, na die tijd van bloei kwam een tijdperk van inzinking. De schutterij had voor het modern voelende gedeelte der bevolking afgedaan, er waren geene redenen meer om zulk een verouderde vereniging langer te steunen of in stand te houden en slechts geringschatting, ja zelfs bespotting bestond er nog voor dat schoone stukje folklore, hetwelk ons verhaalde van zeden en gebruiken onzer voorouders van voor meer dan vier eeuwen. Tot eindelijk enkele flinke mannen, bezield door een gezonde geest, niet ontvankelijk voor moderne dwaal begrippen, zich het lot onzer schutterij hebben aangetrokken en in een korte spanne tijds er in slaagden, aan deze vereniging een nieuw bloei tijdperk in het vooruitzicht te stellen.
Aan deze mannen een saluut. Schutters in ’t gelid ! Geef acht !! Presenteert het geweer !!!
LANG LEVE ONZE SCHUTTERIJ ! HOERA ! Heerlen, Augustus 1930
Ferd. van Wersch Voorz. Feestcommissie.

De feesten waren op 2, 3 en 10 augustus 1930. Er waren optochten geweest met schutterijen uit veel dorpen rondom Heerlen, zelfs uit België en Duitsland, wedstrijden voor tamboer- en fluit korpsen, turnwedstrijden, kruisboogschieten, een bloemencorso, een kermis, muziek van St. Franciscus, van St Caecilia, van de protestant christelijke harmonie Juliana en het harmonie- en symfonieorkest van de Oranje-Nassau Mijnen en natuurlijk een grote receptie in het clublokaal de Gouden Leeuw aan het Wilhelminaplein.

In de eerste auto zit Hubert Ferdinand van Wersch tijdens de optocht vanwege het 450-jarig bestaan van de Schutterij Sebastianus. De foto (links) is gemaakt in de Saroleastraat in Heerlen. Opvallend is dat het stuur van beide auto’s aan de rechterkant is.

Foto (rechts) is gemaakt op dezelfde plek, alleen 80 jaar later, in 2002. De erker van het linkerhuis was van steen; nu van hout.

Een week na het feest plaatsten de voorzitter Van Wersch en secretaris Ubbens een hartelijken dank aan allen die hetzij hun daadwerkelijke medewerking of financiële steun er bij droegen om de feesten te doen slagen in het Limburgs Dagblad.

Ondanks de zware regenval van zondagmiddag 3 augustus, kon na afloop van de feesten het Comité vaststellen dat er een Batig saldo was van ƒ 626,23 en trok de subsidieaanvraag in. Het geld ging naar de Schutterij. Dat bedrag staat vandaag de dag gelijk aan € 6.233,18, volgens de prijscorrectie van het CBS. Echter: Van Wersch en Ubben stelden op 13 november 1930 in een brief aan de gemeente dat zij van de penningmeester van de Schutterij de heer de Bie hadden vernomen dat er wel degelijk een nadelig saldo was van ƒ 444,38. Totaal was er namelijk ƒ 1.07067 uitgegeven. Beiden vroegen of er daarvoor toch geen subsidie verleend kon worden, daar de Vereeniging niet bij machte het laatstgenoemd bedrag te voldoen en van een financiële ondergang te redden. Zij deden daarbij een handgeschreven briefje bij met allerlei posten, zonder de originele nota’s te overleggen.

Terecht dat de gemeente op 17 maart 1931 reageerde dat de daarbij overlegde rekeningen en bescheiden geen gegronde basis voor de verstrekking van een gemeentelijke subsidie kunnen vormen. De fractie van de SDAP steunde deze aanvraag niet. Toch vond de gemeenteraad in de vorm van de Commissie van Geldelijke aangelegenheden dat de Schutterij als oudste van de plaatselijke verenigingen een blijk van waardering moest krijgen en vond een eenmalige subsidie van ƒ 150 alleszins gerechtvaardigd, Daaraan vooraf ging een uitgebreide discussie. De partij van de heer Lintjens wilde een subsidie van ƒ 300 want die ƒ 150 was maar een fooitje. Lintjens zei nog in de raadsvergadering dat er een verschil moet worden gezien tussen de kas van het Comité en de kas van de Schutterij. Het Comité had een overschot, de Schutterij niet. Kortom: er werd gestemd en het voorstel werd verworpen met 12 tegenstemmen van de 22 aanwezigen.

Ondanks het grote feest en de vele aandacht die de schutterij had gekregen, ging het toch niet crescendo met de schutterij. Vandaar dat Ferd van Wersch in mei 1936 in het Limburgs Dagblad een ingezonden stuk liet plaatsen:

ALLAAF OUD HéHLE.
Allaat de Sjutterej.
Men verzoekt ons opname van ’t volgende: Bi de feestviering ter, herdenking van, het 450-jarig bestaan van de Koninklijke Schutterij St.. Sebastians, werd door den voorzitter van het Huldigings-Comité in het programma ter inleiding van het feest, onder andere de volgende zinsnede aangehaald. „Helaas, na een tijd van bloei, kwam een tijd van inzinking. De Schutterij had voor het modern voelende gedeelte der bevolking afgedaan, er waren geen reden meer om zulk een verouderde vereeniging te steunen of in stand te houden en slechts geringschatting, ja zelfs bespotting bestond er nog van dat stukje schoone folklore, dat ons verhaalt van zeden en gebruiken onzer voorouderen, van voor meer dan vier eeuwen. ”Helaas staan wij weer voor een ernstig feit”. Dezelfde persoon, voorstander der folklore en oude traditie roept thans u op ter vergadering, om te komen tot instandhouding der schutterij, ten einde algemeene verbrokkeling en ondergang. der oude Heerlensche vereeniging die steeds alle kerkelijke, nationale en wereldlijke feesten mee opluisterde, te voorkomen. Toont echt Heerlenaar te zijn en geeft gehoor aan den oproep van ondergetekenden, komt ter vergadering op donderdag 28 dezer, ’s avonds 8.30 uur in ’t lokaal van den heer Debie hotel de Gouden Leeuw, Wilhelminaplein.
Uwe opkomst zeer waarderend,
Ferd. van Wersch
H. Tummers
A. Penners

Er werden filmopnamen gemaakt door Polyphon en zijn nu bij Beeld en Geluid te zien.

In de diverse necrologieën wordt geschreven over de inzet van Ferd van Wersch voor Sint Sebastianus. Net zoals in 1930 was hij ook in 1949 de initiator van het 36e Bondsfeest van de R.K. Bond van Geweer Dragende Schutterijen in Zuid-Limburg dat daardoor in Heerlen plaatsvond.

Bondsfeest
Dit werd op zondag 4 september 1949 door de Koninklijke Schutterij Sint Sebastianus uit Heerlen georganiseerd. De beschermheren waren uiteraard burgemeester Van Grunsven en pastoor-deken Bemelmans. In het ere-comité zaten notabelen als de directeur-geneesheer van het ziekenhuis, de heer Crobach, diverse hooggeplaatste heren van de mijnen en de commissaris van politie Spaen.

Als voorzitter van de Commissie van Bijstand fungeerde weer Ferd van Wersch (toen 73 jaar). Er kwamen vijftien schutterijen waarvan er acht dezelfde naam droegen: Sint Sebastianus. Er werd een defilé gehouden en er waren prijzen voor allerlei onderwerpen: mooiste uniform, beste linker guide, mooiste binnenkomen, beste tambour-majoor, modelste generaal, enz. Uiteraard kwam er een feestgids, waarin de archivaris Von Hommerich de geschiedenis van de schutterij Sint Sebastianus beschreef. In dezelfde feestgids werden ook de namen van de koningen vanaf 1749 opgeschreven. Om de feestgids te vullen en te betalen werden advertenties verkocht. De drie broers Van Wersch: Ferd, August en Edmond adverteerder ieder apart, ook met hun verfwinkel.

Alle schutterijen stelden zich op op het Raadhuisplein voor burgemeester en wethouders met de andere autoriteiten. Daar sprak Ferd van Wersch een korte rede uit. Een dag later schreef de krant:

Bondsvoorzitter Laval had nog enkele woorden van veel waardering voor pionier Van Wersch, de grote man bij deze schuttersfeesten (…) Van Wersch had namelijk pas enkele minuten geleden zijn liefde voor de Limburgse folklore uitgezegd in aandoenlijke proza. Van Wersch had gezegd:

Aan Bestuur, Officieren en Manschappen van de Schutterij St. Sebastianus te Heerlen. Bij het te houden 36e Bondsfeest roep ik U in naam van de Feestcommissie van harte een Lang zullen zij leven toe. Als rasechte Heerlenaar draag ik natuurlijk onze oudste vereniging, een erfschap, onze vaderen, die wij met een zeker piëteit gevoel in ere houden, een warm hart toe. Het tijdperk waarin onze schutterij een ongekende bloei beleefde, is voorbij. Thans is het moeilijk om deze folkloristische vereniging in stand te houden. Maar Goddank, er zijn nog flinke mannen, die de moed erin houden hoe moeilijk het ook is om in onze stad de schutterij te doen blijven voortbestaan. Deze mannen, gelukkig bezield met een gezonde geest, storen zich niet aan moderne begrippen, doch spannen zich in om deze eeuwenoude schutterij nieuw leven in te blazen en dat is hun gelukt. Bravo mannen!  Wie zou zich in ons geliefde Limburg een H. Sacramentsprocessie of optocht kunnen voorstellen zonder schutterij? Aan deze mannen een ere-saluut!
Lange leven St. Sebastianus
Ferd van Wersch
Voorzitter Feestcommissie

Aan die optocht namen vijfhonderd deelnemers deel. De schutterijen van Klimmen en Voerendaal wonnen de meeste prijzen. De schutterij van Heerlen won geen enkele prijs. De feestweide, schreef de krant, werd zeker door 2100 personen bezocht. Na afloop werd de eindvergadering wederom bij De Bie aan het Wilhelminaplein gehouden. Hier sprak Ferdinand van Wersch de dankwoorden uit, gericht aan iedereen die tot welslagen heeft bijgedragen.

Op 16 maart 1953 werd hoteleigenaar en schutterskeizer van de Heerlense Koninklijke Schutterij St. Sebastianus Hubert Servaas de Bie begraven. Hoewel de kranten steeds over Debie schreven, had hij zelf op zijn hotel een bord hangen waarop hij de Bie had staan.

Aan de groeve richtte heer Ferd. Van Wersch zich als voorzitter van de Commissie van Bijstand der Koninklijke Schutterij en mede uit naam van de voorzitter van deze schuttersvereniging, in enkele persoonlijke, diep gevoelige woorden tot de betreurde keizer.

Toen Ferd zelf in 1955 overleed, vormden onder andere de Schutterij Sint Sebastianus, de harmonie Sint Caecilia en de brandweer een erehaag bij de Sint Pancratiuskerk. Op de website van de Schutterij Heerlen wordt vermeld dat Ferd van Wersch erelid van de Schutterij was. Er staat: Veel dank aan hem, verschuldigd voor het behoud van de schutterij voor de stad Heerlen. Na een onenigheid in de vereniging en een stilstand van 1934 tot mei 1936 heeft hij beide partijen weer bij elkaar gebracht. Vandaar ook dat zijn naam op de Gedenktafel staat in het clublokaal van de Stadsschutterij St. Sebastianus in Heerlen hangt. Hij staat als negende genoemd.